Een flitsverhaal is de letterlijke vertaling van flash fiction. In het Nederlands gebruiken we de term handpalmverhaal. Flash fiction is al eeuwenlang een erkend literair genre. Denk maar aan de fabels van Aesopus, de vele parabels, de mythes en legendes uit de hele wereld. Eigenlijk zijn we er allemaal vertrouwd mee. Onze ouders lazen ons voor het slapen gaan kleine, korte verhalen van nauwelijks een pagina voor. De lengte van het verhaal is korter dan dat van een kort verhaal, doorgaans niet langer dan één pagina.
Dat maakt het korte kortverhaal ook zo boeiend. Je bent zo zuinig met woorden dat je een heel universum in een pagina oproept. Bijvoorbeeld het belangrijke moment van jouw geboorte. Over je geboorte kan je bijvoorbeeld al een flitsverhaal schrijven. Je kan het schrijven vanuit het standpunt van je mama, je papa, de dokter of vroedvrouw die aanwezig was.

Een heel leven in flash fiction? Het kan
Je leven bestaat uit genoeg momenten en anekdotes die stof opleveren voor prachtige flash fiction, zonder dat ze de lezer vervelen. Het bespaart je ook de energie om aan een langer genre zoals het kortverhaal of de novelle te beginnen. Natuurlijk blijft je verhaal fictie en mag je autobiografische elementen uitvergroten of in een andere context plaatsen. Of je laat andere mensen jouw gebeurtenissen beleven, in een ander tijdperk, in een ander werelddeel.
Wild van flash fiction
Ik ben wild van flash fiction. Toen ik de kookwekkermethode of ook de 10-minutenmethode ontdekte en toepaste in mijn workshops, dook ik halsoverkop in het flitsverhaal.
Flash fiction is de hors-d’oeuvre, de amuse-gueule of gewoon het lekkerbekje uit de kortste kortverhalen.
Flash fiction grijpt je meteen naar je strot en je blijft ademloos doorlezen tot de laatste zin. Vaak is het onderwerp een uitvergroot emotioneel moment dat je even meeneemt naar een andere wereld.
Je kan met spanning werken, fantasy erop los laten, poëzie zelfs. Je kan sterk starten of verrassend eindigen. Je kan eigenlijk alle kanten uit. Het leukste bij het schrijven van flash fiction is dat je meegesleept wordt door je eigen verbeelding.
Openingszin
De beginzin zet je personage onmiddellijk in een bepaalde setting, op een bepaald moment in een bepaalde sfeer. Hier zijn er een paar.
-Toen ik op de terugweg langs de rots bij de vuurtoren liep, zag ik de man. Hij was gekleed in een zwart keurig pak en droeg een aktentas in zijn rechterhand. Hij keek naar de horizon over de zee.
– Het was al donker toen ik naar huis ging. Bij de bouwwerf was het donker. Plotseling hoorde ik een mobieltje afgaan. Het was niet dat van mij.
– ‘Maak je geen zorgen,’ zei hij, ‘op jouw leeftijd was ik ook waardeloos.’
Het verhaal impliceert altijd dat er een langer verhaal zou kunnen uit voort groeien. De lezer zelf verzint de rest van het ongeschreven langere verhaal.
Waanzinnig populair
Dankzij de social media is flash fiction ongelofelijk populair. Als je de woorden telt, onderscheid je verschillende gekende subgenres: het zes woorden verhaal, het 280 letterverhaal (twitteratuur) , de dribble – een minisaga van 50 woorden, de drabble –microfiction van 100 woorden, en de flash fiction of het micro-verhaal van ongeveer 1000 woorden.
Inspiratie
Inspiratie vind je in writing prompts op Pinterest, uit boeken zoals 642 dingen om over te schrijven, bullet journals of gewoon koppen uit kranten of tijdschriften die je uit hun context haalt.
Unieke remedie tegen writer’s block
‘Your sacred space is where you can find yourself over and over again.’ Joseph Campbell.
Flash Fiction werkt uitstekend tegen writer’s block. Zit je even vast in een roman of weet je even niet hoe je verder kan? Ga zitten, creëer een personage out-of-the-box en begin erover te schrijven. Tien minuten lang, zonder erbij na te denken. Stop ook echt na tien minuten. Wedden dat je je gefrustreerd voelt omdat je moet stoppen? Net nu je zo lekker in de mood was? Hoe je begint aan het schrijven van flash fiction , lees je in mijn gratis e-book: de kookwekkermethode.